loading image

Cardiologie


Het hart speelt een cruciale rol in het leven van uw hond en kat! Omdat we ons huisdier graag zolang mogelijk gezond bij ons willen, is het belangrijk om een hartprobleem vroegtijdig op te sporen.

Eerst en vooral zijn er de aangeboren hartafwijkingen. Deze worden meestal vastgesteld bij jonge honden en katten. Tijdens een routineonderzoek, bijvoorbeeld tijdens de vaccinatie, kan een geruis gehoord worden zonder dat de eigenaar voordien iets abnormaals aan het dier gemerkt heeft. Verder onderzoek door middel van een echocardiografie of een electrocardiogram, al dan niet gevolgd door een Holter-monitoring (24u ECG), kan in dat geval uitmaken met welke hartaandoening het dier te kampen heeft ...

Bij bepaalde rassen komen aangeboren hartproblemen vaker voor. Meer en meer laten fokkers hun dieren hierop screenen. In bepaalde families van Boxers, Bull-terriërs en Newfoundlanders kan er bijvoorbeeld aortastenose, een vernauwing van de hoofdslagader, voorkomen. De Golden Retriever en Engelse Bulldog zijn dan weer vatbaar voor pulmonalisstenose, een vernauwing van de longslagader. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van het feit dat bepaalde rassen vatbaar zijn voor zogenaamde congenitale hartproblemen.

Naast de aangeboren hartafwijkingen zijn er ook de verworven hartproblemen. Bij de grotere rassen is dat vaak een dysfunctie aan de hartspier, dilatorische cardiomyopatie (DCM) genaamd. Bij de kleinere rassen treedt er eerder slijtage op aan de hartkleppen, waardoor er lekkage kan ontstaan. Ook hier is het belangrijk om de aandoening vroegtijdig op te sporen om zo al dan niet een behandeling op te starten. Bij katten zijn zowel verscheidene raskatten zoals de Britse Korthaar, de Main Coon, de Sphynx en de Ragdoll als de Feliene Vulgaris (de straatkat) gevoelig voor genetische verdikking van de hartspierwand, de zogenaamde primaire hypertrofische cardiomyopathie.

Waarop kunt u als eigenaar letten om te kijken of u dier een mogelijks hartprobleem heeft:


  • verminderd uithoudingsvermogen
  • suf, minder levendig, geen eetlust (katten), goede eetlust en vermageren (honden)
  • kortademig, versnelde en bemoeilijkte ademhaling voornamelijk in RUST
  • rusteloos (vooral ‘s nachts)
  • herhaaldelijk hoesten
  • verminderde eetlust
  • gewichtsverlies
  • gezwollen buik
  • bleke/blauwe slijmvliezen
  • flauwvallen, zwakte voornamelijk tijdens inspanningen